¿Qué sueles hacer en otoño?
Wat doe je meestal in de herfst?
Op de dag dat ik dit schrijf begint de herfst volgens de kalender. Het herfstweer had een paar dagen geleden al besloten om te beginnen.
Om te vertellen over de seizoenen in het Spaans is er meer dan alleen maar het weer om over te praten? Wat doe jij bijvoorbeeld meestal in de verschillende seizoenen?
- Está nublado y llueve.
- Het is bewolkt en het regent.
Er breekt weer een tijd aan waarin de meeste mensen meer binnen zitten. Een tijd waarin je misschien je huis wel extra leuk aankleedt en binnenshuis gezellige activiteiten onderneemt, zoals een gezelschapsspel, een film-middag, bij elkaar op visite, een familie-foto-album samenstellen.
- Hace más frío, pero cuando sale el sol, es maravilloso salir de casa.
- Het is kouder, maar als de zon tevoorschijn komt, is het heerlijk om naar buiten te gaan.
De herfst betekent ook dat de natuur weer verandert. De bladeren aan de bomen krijgen de mooiste kleuren en als de zon schijnt is het fantastisch om een fijne boswandeling te maken en de frisse lucht in te ademen. En daarna weer opwarmen met een lekkere warme kop thee of chocolade.
- ¿Y tú? ¿Qué sueles hacer en otoño?
- En jij? Wat doe je meestal in de herfst?
El verbo ‘soler’
Het werkwoord soler is niet letterlijk te vertalen naar het Nederlands. In alle andere talen die ik ken komt dit werkwoord niet één op één voor.
De beste vertaling is “meestal doen”.
- “¿Qué sueles hacer?” = “Wat doe je meestal?”
- “Suelo jugar juegos de mesa.” = “Ik speel meestal gezelschapsspellen.”
- “Mis padres suelen recoger manzanas en el huerto de nuestro vecino.” = “Mijn ouders plukken meestal appels in de boomgaard van onze buurman.”
- “Mi abuela suele hornear pasteles y galletas” = “Mijn oma bakt meestal taarten en koekjes.”
- “Mi esposo suele preparar una sopa de calabaza riquísima.” = “Mijn man maakt meestal een heerlijke pompoensoep.”
- “Mis hijos suelen hacer decoraciones de hojas secas para el hogar.” = “Mijn kinderen knutselen meestal decoraties van droge bladeren voor in huis.”
- “Mis amigas y yo solemos ir al festival de cosecha.” = “Mijn vriendinnen en ik gaan meestal naar het oogstfestival.”
- “Tu novio y tú ¿soléis quedar os en casa para leer libros y ver películas juntos?” = Blijven jij en je vriend meestal thuis om samen boeken te lezen en films te kijken?
In de zinnen hierboven gebruik ik steeds het werkwoord “soler”. Krijg je al een beetje een gevoel voor hoe dit werkwoord in het Spaans wordt toegepast?
Misschien is je ook opgevallen, dat behalve voor nosotros en vosotros de klinker in de stam steeds verandert van een o naar ue.
Op het werkwoord soler is de zogenaamde “cambio vocálico” oftewel “klinkerwissel” van toepassing. Ik zal het hieronder even op een rijtje zetten voor je.
- yo suelo
- tú sueles
- él, ella, usted suele
- nosotros/as solemos
- vosotros/as soléis
- ellos/as, ustedes suelen
Kun jij nu antwoord geven op de vraag van dit artikel? ¿Qué sueles hacer en otoño?
Nog meer gratis Spaans leren?
In dit artikel heb je weer nieuwe woordenschat kunnen leren en het werkwoord “soler” leren kennen, maar door er actief mee aan de slag te gaan, bijvoorbeeld met handige oefeningen en een PDF-werkboek, zul je de Spaanse taal nog beter gaan onthouden.
Je kunt bijvoorbeeld eens gratis mee doen aan een sesión de conversación om jouw Spaans in de praktijk te oefenen: bekijk hier de data en meld je aan om het een keer uit te proberen.