We hebben allemaal onze moedertaal geleerd doordat we vanaf onze geboorte elke dag, de hele dag aan deze taal zijn blootgesteld. Als we vijf zijn, hebben we al zeker 20,000 uur aan input in onze moedertaal en daarom kunnen we dan al moeiteloos een gesprek voeren zonder daar al te veel bij na te denken.
De meeste mensen die op latere leeftijd een taal gaan leren, hebben niet alle tijd van de wereld om aan de nieuwe taal te besteden. Daardoor zou het een eeuwigheid duren om aan diezelfde 20,000 uur aan input te komen. Gelukkig zijn er veel aspecten die er voor zorgen dat we als tiener of volwassene ook met minder uur een taal heel goed kunnen leren.
Ten eerste weten we hoe we moeten leren, we leren bewust (zeker als je de keuze om een taal te leren bewust hebt gemaakt). Daarnaast kan het zijn dat je al iets van de taal kent door input uit je omgeving (mensen, media, school) ook al heb je er nooit bewust iets mee gedaan. Bovendien is het bij veel talen zo dat er gelijkenissen zijn tussen de talen, woorden die op elkaar lijken of de zinsopbouw die hetzelfde is.
Zo is het voor veel Nederlanders bijvoorbeeld makkelijk om Engels te leren omdat we er door muziek en films al veel mee in aanraking komen. Duits is voor Nederlanders relatief makkelijk omdat veel woorden dezelfde oorsprong hebben en daardoor op elkaar lijken.
Of je nu één van deze makkelijke talen leert of een moeilijkere, zoals bijvoorbeeld Pools, Chinees of Fins, als je net als in je moedertaal een gesprek wilt kunnen voeren zonder er al te veel bij na te hoeven denken, is het belangrijk om ook zo veel mogelijk input te krijgen. Het beste leerresultaat krijg je als je de taal op dezelfde manier leert als je moedertaal.
Het probleem bij het leren van een tweede taal, is dat er dus al een eerste taal is. Je moedertaal. De taal die je vanaf je geboorte hebt geabsorbeerd en nu vloeiend spreekt staat je eigenlijk in de weg om een andere taal goed te leren. Je hebt namelijk een mentaal referentiekader in je moedertaal opgebouwd waarmee je de wereld om je heen identificeert.
Veel mensen die een tweede, derde of vierde taal leren, doen dat door woorden en zinnen vanuit hun moedertaal te vertalen naar de vreemde taal. Mensen die op deze manier een taal leren zullen wanneer ze een gesprek voeren in de andere taal een extra denkstap moeten zetten. Ze denken alles wat ze willen zeggen namelijk eerst in hun moedertaal, vertalen het in hun hoofd en zeggen het dan hardop in de andere taal. Alles wat ze horen in de andere taal, wordt in gedachten ook eerst naar de eigen taal vertaald alvorens het wordt begrepen. Door de taal lange tijd en vaak te gebruiken zal deze uiteindelijk worden verinnerlijkt en zal de communicatie in de nieuwe taal steeds makkelijker en sneller gaan. Echter is dat een lang en moeizaam proces.
Om een nieuwe taal meteen vanaf het begin te automatiseren, kun je de moedertaal het beste omzeilen door zo veel mogelijk onderdompeling. Dat betekent dat elk uur en elke minuut die je aan het leren van de taal besteedt, je daadwerkelijk wordt blootgesteld aan de taal. Dat elke minuut telt als input. Dat kan alleen als er tijdens de lessen geen woord in je moedertaal wordt gezegd. De docent, je medecursisten en jezelf zullen vanaf de eerste minuut alleen maar de nieuwe taal spreken. Alleen dan wordt ook elke minuut optimaal benut om voor zo veel mogelijk input te zorgen.
Als de moedertaal niet gebruikt mag worden, kan deze ook niet in de weg staan voor het leren van de nieuwe taal. Toen je je moedertaal leerde kon je immers ook niet teruggrijpen op een andere taal. Je moest alle begrippen leren door ze in je hoofd te koppelen aan beelden, gevoelens en ervaringen. Dat kun je met een nieuwe taal net zo doen. Door veel te werken met plaatjes, lichaamstaal, gebaren en gezichtsuitdrukkingen, zul je de taal veel sneller eigen maken dan door te vertalen.
Optimale onderdompeling krijg je natuurlijk door in een land te leven waar de taal gesproken wordt. Daarom zijn taalreizen echt een optimale manier om goed een taal te leren. Een andere mogelijkheid is om je in eigen land voor bepaalde tijd te laten omringen door de taal die je leert, bijvoorbeeld in het klooster van Vught. Of een betaalbaardere optie, door vriendschappen te sluiten met mensen in jouw omgeving die de taal die jij leert als moedertaal te spreken.
Hoe zorg jij ervoor om zo veel mogelijk in aanraking te komen met de taal die je leert en daarbij je moedertaal zo min mogelijk te gebruiken?