Skip to main content

¿Tienes mascotas?  Heb je huisdieren?

 

Yo tengo dos perros y mis perros me han inspirado de grabar un episodio del podcast en español sobre el tema “mascotas”.

Ik heb twee honden en mijn honden brachten me op het idee om een aflevering van de podcast in het Spaans op te nemen over het onderwerp “huisdieren”.

 

Luister hieronder naar de aflevering en daaronder vind je de belangrijkste uitdrukkingen uit de podcast met hun vertaling.

Belangrijkste uitdrukkingen uit de aflevering over huisdieren in het Spaans

Hieronder nog eens de belangrijkste woorden in een overzicht.

 

  • Las mascotas / los animales domésticos / los animales de compañía – de huisdieren

 

  • Tengo dos perros / perras – Ik heb twee honden  (mannelijk / vrouwelijk)
  • Son perros pequeños – Het zijn kleine honden
  • Mis perritos – Mijn hondjes
  • No son grandes – Ze zijn niet groot

 

  • El más pequeño pesa más o menos tres kilos y medio. – De kleinste weegt ongeveer drie en een halve kilo.
  • El grande pesa el doble. – De grote weegt het dubbele.
  • Pesa siete kilos. – Hij weegt zeven kilo.
  • Mis perros son muy simpáticos / amables – Mijn honden zijn heel vriendelijk.

 

  • El más grande / La más grande – De grootste
  • El más pequeño / La más pequeña – De kleinste

 

  • Mi tortuga tiene doce años – Mijn schildpad is twaalf jaar oud
  • Tengo tres gatos / gatas – Ik heb drie katten (mannelijk / vrouwelijk)

 

  • El / la más joven – De jongste
  • El / la más mayor – De oudste
  • Es negro / marrón / rojo / blanco / gris – Hij is zwart / bruin / rood / wit / grijs
  • Antes yo tenía dos conejos – Eerst / Vroeger had ik twee konijnen.
  • Una de ellas murió hace un mes – Eén van hen overleed een maand geleden.

 

  • Mi vecina tiene un cachorro – Mijn buurvrouw heeft een puppy
  • Se llama Waldo – Hij heet Waldo
  • Hemos adoptado un perro – We hebben een hond geadopteerd
  • Hemos comprado un perro – We hebben een hond gekocht

 

  • El conejo / los conejos – Het konijn / de konijnen
  • El conejillo de Indias / los conejillos – De cavia / de cavia’s
  • La tortuga / las tortugas – De schildpad / de schildpadden
  • El pez / los peces –  De vis / de vissen

 

  • El pez dorado – De goudvis
  • El hámster – de hamster
  • La serpiente – de slang
  • La gallina – de kip
  • El gallo – de haan
  • El caballo – het paard
  • El cerdo – het varken

 

Nog meer gratis Spaans leren voor beginners?

Met de podcast kun je veel nieuwe woordenschat leren, maar door er actief mee aan de slag te gaan, bijvoorbeeld met handige oefeningen en een PDF-werkboek, zul je de Spaanse nog beter gaan onthouden.

Je kunt nu de eerste twee hoofdstukken van de cursus Spaans voor beginners gratis volgen. Meld je hier aan voor de introductie-cursus gratis Spaans voor beginners.